Lichtelijk gefrustreerd begint de kritische stem in mijn hoofd te mompelen. Dit keer versta ik luid en duidelijk wat er gezegd wordt.
Hé, hallo, heb je niet geluisterd naar wat ik je nou net verteld heb of zo. Ze zegt toch dat boosheid niet goed is?
Mijn coach Inge hoort deze woorden niet.
Ik kijk met een benauwd gezicht naar wat ze aan het doen is. Ze legt een plastic plaat op de tafel en daarboven op een wit vel papier en plakt deze stevig vast aan de randen met plakband. Vervolgens pakt ze een doosje met verschillende soorten wasco krijt.
‘Zo, zegt Inge, nu is het de bedoeling dat je met zowel je linker als je rechter hand een willekeurige kleur wasco pakt en op de muziek, die ik zo zal aanzetten, je boosheid uit door te krassen op het vel papier’.
Euh..ok…en jij denkt dat ik dit serieus ga doen? Shit hoe kom ik hier onderuit? Kan ik het maken om weg te lopen, gewoon, hoppa die 2 trappen af?
Tuurlijk, zegt de kritische stem in mijn hoofd. Als ze niet wil luisteren, dan maar voelen. Dus wat sta je daar nou nog, loop weg! Loop nou weg!! Ren die stomme deur uit, het zijn maar 2 trappen! Dom mens, luister nou! Je wilt gewoon dat het mis gaat hè? Inge doet er alles aan om jou weer aan de medicijnen te krijgen. Nog even zit je weer in therapie. Kan je weer lekker uit te huilen bij je therapeut Dominique!!
Ik voel hoe ik begin te bevriezen. Hoe de paniek bezit van mij neemt. Naar wie moet ik nou luisteren? Hoe kom ik hier vandaan. De geluiden van buiten, dringen niet meer tot me door. Ik zit daar als een malloot op de stoel voor me uit staren. Mijn vuisten gebald, schouders opgetrokken en mijn hoofd naar beneden. Koortsachtig zoek ik naar een uitweg.
Ik haat boosheid. Boosheid en ik gaan niet goed samen. Boosheid wordt woede en woede wordt een vulkaanuitbarsting. En als dát eenmaal gebeurd, is er geen weg terug. Dan heb ik geen controle meer. De gevolgen zijn niet meer te overzien. Ik wil dit niet!
Het is je eigen schuld! Jij bent hier naar toe gegaan, jij begint zelf over dit onderwerp. Jij bent diegene die hier een beetje zit te klagen dat je boos en gefrustreerd bent. Je had je mond moeten houden! Mijn hoofd is pislink, op mij, maar ook op Inge. Ik word er bang van en kruip hierdoor nog iets verder in elkaar.
‘Louise, haal eens adem,’ zegt Inge onschuldig, en zet je voeten op de grond’.
Intussen groeit niet alleen bij mij paniek, maar begint ook boosheid ernstige vormen aan te nemen. Ik voel het opkomen. Ik wil dit niet! Help me! Inge, laat me met rust! Maar ik zeg van dit alles niets hardop.
Inge kijkt alleen maar naar mij en zoekt ondertussen een muziekje op om af te kunnen spelen.
Ergens heel diep van binnen klinkt een klein en angst piep stemmetje. Misschien heeft Inge wel gelijk, zij kent je wel het beste, ze weet hoe je denkt, waar je vandaan komt. Je kan het toch proberen? Het kost me moeite om goed te kunnen luisteren. Ik voel de twijfel komen. Ik voel ergens heel diep binnen een enorme drang om de wasco te pakken.
Als je het maar laat!! Brult mijn hoofd. Het is woest en doet allerlei verwoede pogingen om mij de deur uit te laten lopen, om weg te rennen uit deze bizar ingewikkelde situatie.
Inge heeft de muziek gevonden en zet deze aan.
Verdomme, ik kan nu niet weg, wat moet ik nou?! Ik kan hier moeilijk blijven zitten, toch? Alhoewel… Ze zal vanzelf wel een keer ophouden met dit gedoe. Uiteindelijk zal ze inzien dat ik hopeloos ben en wijst ze mij vanzelf wel de deur. Mooi, ook weer opgelost. Hoef ik niet meer te komen. Wat een gekut is dit zeg!
Een diepe zucht ontsnapt uit mijn mond. Wat een tweestrijd is dit. Mijn lijf voelt zo vreselijk koud en het luistert nergens meer naar. Niet naar mijn hoofd en niet naar mijn hart. Het voelt alsof ik geen contact meer met mijn eigen lijf heb. Shit wat moet ik nou? Rennen of krassen op papier, rennen of krassen… Doe iets!
Ongetwijfeld voelt Inge mijn enorme spanning.
‘Adem halen Louise’ , zegt ze.
O ja, dat was het, adem halen, voeten op de grond. Ik vul mijn longen met lucht en voel dat ik weer in mijn lijf zak.
‘Schouders laag en kom eens rechtop staan’, Inge moedigt me van een afstandje aan.
Je ben hier veilig er kan je niets gebeuren, piept het stemmetje.
‘Pak maar een krijtje Louise, toe maar.’
De woorden van Inge dringen langzaam tot me door en van uit mijn ooghoeken zie ik dat mijn rechterhand naar het bakje met krijtjes wil grijpen.
BAF! Ik knal keihard tegen iets onzichtbaars aan. Wat nu weer? Hallo, ik ben ANGST, haha! Als je niet naar je kritische hoofd wil luisteren, luister dan maar naar mij! Dit ga jij niet doen! Je bent geen klein kind meer! Jij durft dit niet te doen! Hoor je me!!! DIT DURF JIJ NIET! Niet in bijzijn van Inge!
Even sluit ik mijn ogen. Alles in mij kibbelt door elkaar. Niet doen, wel doen, loop weg, nee blijf. Knettergek.
Dan hoor ik weer de stem van Inge. ‘Louise, je kán dit!’
Ok, bekijk het allemaal maar!! Ik ga dit doen. In een fractie van een seconde pak ik met mijn linker en rechts 2 krijtjes, zwart en groen, en begin ik te krassen.
Ik voel dat Inge me goed in de gaten houdt. Dat roept schaamte op, maar tegelijk voel ik me gesteund.
Het is haast niet te beschrijven wat er met me gebeurde toen ik daar een paar seconde achter elkaar aan het krassen was. Ik voel mijn boosheid groeien. Maar ik kan ook waarnemen en kijken hoe het eruit ziet en op wie en wat ik zo boos ben…
Tranen van verdriet, maar ook van blijdschap wellen op in mijn ogen. Opeens stop ik er mee. Ik staar naar het papier. Schaamte overvalt me, maar ik duw het hard weg. Ik leg het krijtje uit mijn linker hand weg. Twee handen tegelijk gebruiken vind ik te lastig en besluit om met alleen mijn rechter hand verder te gaan. Het vel papier vult zich met diepe, zwarte strepen. Wat heerlijk om dit te mogen doen!
Boosheid/woede, het is een veel besproken onderwerp geweest tijdens de therapie met mijn toenmalige therapeut, Dominique. Oneindig veel mails met ellenlange verhalen vulden haar mailbox. De boosheid was groot. Maar de angst voor deze boosheid en het onderliggende verdriet, misschien nog wel groter.
In de vele jaren dat ik therapie heb gehad, heb ik veel handvatten gekregen om hiermee om te kunnen gaan. Afleiding zoeken, rust momenten inbouwen, stukje buiten lopen, aan leuke dingen denken enz. Regelmatig liep de boosheid op en werd het blinde woede. Als een boze heks rende ik dan over straat, om deze negatieve energie kwijt te raken. Vaak lukte dit dan wel. Wanneer dit niet lukte nam ik medicijnen in om mezelf te kunnen kalmeren en soms… tja dan zag ik geen andere uitweg meer dan mezelf pijn te doen.
Ondanks al deze handvatten, keerde de boosheid regelmatig terug en liep het vaak heel hoog op. Ik begreep niet wat ik toch steeds verkeerd deed. Ik moest leren om te gaan met deze boosheid. Ik moest het accepteren, me focussen op andere zaken, iets positiefs. Ik kon het niet. Ik vond dat ik een slecht mens was, juist ómdat ik zo boos kon worden. Ik was bang voor mezelf en hoe bang anderen van mij konden worden of zijn.
Boos zijn mocht niet!
Ik denk dat ik niet de enige ben die hier zo over dacht. Hoe vaak zeggen we zelf niet tegen anderen, ‘joh doe eens niet zo boos.’ Of: ‘doe normaal joh!’
Niemand wil een andere mens boos zien, of boos maken. Boosheid is een negatief en moeilijk iets.
Maar vaak gaat het niet om de boosheid, maar om de achterliggende oorzaak achter die boosheid. En dat vergeten, of zien we vaak niet. Ik dus ook niet. Ik veroordeelde mezelf om mijn eigen boos zijn.
Dominique schreef, toen zij een mail beantwoorden, dat het ok was dat ik boos was, dat het ok was om boos te zijn. Ik heb daar lang over gedaan om dat zo te kunnen zien. Maar hierin heeft ze wel gelijk gehad.
Ze kon mij jammer genoeg niet leren dat ik ook mocht kijken naar mijn boosheid. Het er mocht laten zijn zonder oordeel. Dat ik het mocht doorvoelen.
Dat leerde ik pas bij Inge.
In therapie is de focus altijd geweest op het voorkomen van boosheid en het regulieren ervan.
Dát gaat dus nooit lukken. Want boosheid komt, of je het nou wil of niet.
Louise de Zeeuw (1974) zit nog in de ontdekkingsfase van het hoogsensitief zijn. Ze woont samen met haar vrouw en huisdieren in Capelle aan den IJssel en werkt als verzorgende IG in de ouderenzorg. Haar werk met mensen met dementie is haar lust en leven. Ze hoopt met haar blogs mensen een kijkje te geven in haar ontdekkingsreis omtrent hoogsensitiviteit.