Reageren hoogsensitieve adolescenten anders op een stressvolle taak dan niet-hoogsensitieve kinderen? Dat was de vraag die Sofie Weyn van de universiteit van Leuven en haar collega’s stelden. Dit is de eerste studie die zowel fysiologische metingen naar stressniveaus als scores op vragenlijsten naar hoogsensitiviteit combineerde.
Voor hun onderzoek nodigden ze 101 kinderen (55% meisjes) van gemiddeld 12 jaar uit in hun onderzoekscentrum. De kinderen moesten een zogenaamde stress-test ondergaan en zij en hun ouders vulden verschillende vragenlijsten in. Twintig procent van de kinderen was hoogsensitief.
Stresstest
De jongeren deden de aangepaste Trier Social Stress Task (TSST-M). Dit is een bekende test om stressreacties van mensen te meten. Zowel van te voren, tijdens en achteraf werd gemeten of fysiologische stressindicatoren (hartslag, hartslagvariatie, cortisolniveau en huidgeleiding) toenamen.
Presentatie
De taak die de jongeren kregen: een speech houden van vier minuten over hun populariteit als ze in een nieuwe klas zouden komen. Ze krijgen slechts drie minuten om dit verhaal voor te bereiden. In de zaal staat een camera en zitten twee juryleden (met laboratoriumjassen en een neutrale blik) die de jongere aansporen als die langer dan 10 seconden stil is. Na de speech worden er nog lastige vragen gesteld en daarna moet de deelnemer terugtellen in stappen van 5 vanaf 1027, waarbij ze na elke fout opnieuw moeten beginnen.
Stressreacties
Deze taken zijn ontworpen om stressreacties in het lichaam op te roepen en uit de resultaten blijkt dat elke deelnemer inderdaad een stressreactie kreeg, maar dat er veel onderlinge verschillen waren in de mate waarin als op welke indicator een stressreactie ontstond.
Hoogsensitieve jongeren
Opvallend genoeg was één van de resultaten dat de hoogsensitieve deelnemers niet sterkere fysiologische stressreacties hadden dan de niet-hooggevoelige jongeren. Lichamelijk leken HSP adolescenten niet meer stress te krijgen (verderop lees je over een uitzondering hierop). Hun gevoelens waren echter wel negatiever. Die werden zowel voor, tijdens als na de test bevraagd. Hoogsensitieve jongeren gaven vaker aan negatieve gevoelens te ervaren zoals ‘ik voel me gespannen’ en minder vaak positieve emoties zoals ‘ik voel me blij’.
Anticipatieangst
Ook voordat de stresstaak was gestart, gaven hooggevoelige adolescenten dus vaker aan spanning te voelen. Wellicht is dit een soort van anticipatieangst. Uit dagelijkse ervaringen weten we dat hoogsensitieve mensen veel bezig zijn met wat er staat te gebeuren en wat in die situatie van hen verwacht wordt. Je zou het kunnen zien als een mentale voorbereiding op wat gaat komen.
Herstellen
Het ervaren stressniveau blijft niet hoger. Na de herstelfase nadat ze de stresstaak hebben verricht blijken hoogsensitieve en niet-hoogsensitieve jongeren dezelfde mate van gepercipieerde stress te hebben. Ze geven even vaak aan de bevraagde negatieve en positieve emoties te ervaren als hun leeftijdsgenoten. Dat betekent dat hoogsensitieve jongeren wel snel herstellen van hun gevoelde stress.
Effect omgeving
Tevens is gekeken naar het effect van de gezinssituatie. Uit eerdere onderzoeken is bekend dat HSP sterk beïnvloed worden door de stijl van opvoeding. De onderzoekers bevroegen de adolescenten en destilleerden daar een score uit voor strenge opvoeding, psychologisch controlerende opvoeding en ondersteunende opvoeding. De meegereisde ouders vulden vragenlijsten in over hun opleidingsniveau, sociaal-economische status en ervaren ingrijpende levensgebeurtenissen.
HSP jongeren die in een positieve omgeving opgroeien blijken een sterkere respons te vertonen. Zij hebben de hoogste stress-piek (gemeten via de hartslag), maar ook de sterkste daling in hartslag in de herstelfase. Niet-HSP hebben een minder hoge piek in hartslag tijdens de stresstaak. Hoogsensitieve jongeren in een slechte omgeving hebben een gemiddelde stress-piek, maar herstelden minder goed. Dus na de herstelfase was hun stressniveau nog relatief hoog.
Reactiviteit
De conclusie hieruit is dat hoogsensitieve jongeren die een steunende opvoeding ervaren sterk meebewegen met de situatie. Hun fysiologische stressreactie is het grootst, maar zij herstellen ook weer snel als de stress voorbij is. Waarschijnlijk ervaren HSP die een weinig steunende opvoeding hebben relatief meer stress in hun dagelijks leven, wat ertoe kan leiden dat hun stressniveau continu op een relatief verhoogd niveau blijft. Hier is echter nog meer onderzoek naar nodig.
Bewust van gevoelens
Een andere interessant vervolgonderzoek is waarom hoogsensitieve jongeren wel meer stress ervaren, terwijl de stressindicatoren niet afwijken van niet-hooggevoelige deelnemers. Een reden kan zijn dat de methode niet accuraat genoeg is, of dat er niet genoeg variatie tussen de deelnemers zat. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat hoogsensitieve mensen zich meer bewust zijn van wat zich in hun lichaam afspeelt. Het zintuig interoceptie neemt de signalen uit het lichaam waar. Als dat zintuig goed werkt, merk je beter dat de spanning toeneemt. Wellicht herkenden de hoogsensitieve jongeren de stresssignalen beter, waardoor hun gepercipieerde stress hoger uitvalt.
Bron: Weyn, S., Van Leeuwen, K., Pluess, M., Goossens, L., Claes, S., Bosmans, G., … & Bijttebier, P. (2022). Individual differences in environmental sensitivity at physiological and phenotypic level: Two sides of the same coin? International Journal of Psychophysiology, 176, 36-53.