Hoogsensitieve mensen ervaren veel effect van hun omgeving. Hoe zit dit precies en wat weten we hierover?
Tegenslag
Sommige mensen hebben veel last van een negatieve gebeurtenis in hun leven. Ze krijgen bijvoorbeeld psychische klachten en kunnen niet meer zo goed functioneren in hun dagelijks leven. Een andere groep is veerkrachtig: zij ondervinden nauwelijks effect van die nare gebeurtenis. Naar dit effect is veel onderzoek gedaan en dat heeft heel veel inzichten opgeleverd in de genen, eigenschappen en omstandigheden die hierbij een rol spelen.
Maar het belangrijkste inzicht kwam toen ook gekeken werd naar ondersteunende omstandigheden, zoals een goede opvoeding of een psychologische interventie. Uit die onderzoeken bleek dat sommige mensen veel profijt van zo’n positieve situatie hebben, terwijl anderen op ongeveer hetzelfde niveau blijven functioneren. De groep die opbloeit, bleek dezelfde groep te zijn als degenen die zoveel last hebben van een slechte omgeving.
Differentiële susceptibiliteit
Dit wordt differentiële susceptibiliteit genoemd. De kern daarvan is dus dat je last hebt van negatieve situaties, zoals een niet-optimale opvoedstijl, maar ook profiteert van positieve situaties, zoals een ondersteunende opvoeding. Kinderen die minder susceptibel zijn, worden in hun functioneren nauwelijks beïnvloed door de omstandigheden. Daarom wordt dit fenomeen ook wel omgevingsgevoeligheid genoemd.
Hoogsensitief
Differentiële susceptibiliteit en omgevingsgevoeligheid beschrijven hetzelfde proces als de theorie rond hoogsensitiviteit. Elaine Aron zoomde in eerste instantie vooral in op de kenmerken van de hoogsensitieve persoon. Namelijk dat deze meer informatie uit zijn omgeving opneemt, deze diepgaand verwerkt en vervolgens veel effect ervaart. Het gevolg daarvan is dat een HSP gevoeliger is voor zijn omgeving. Verschillende onderzoekers kwamen dus tot dezelfde conclusie: dat sommige mensen meer effect ondervinden van hun situatie dan anderen.
Opvoeding
De situatie tijdens je jeugd is de eerste omstandigheid waar je in je leven mee te maken krijgt. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar het effect van opvoeding op hoogsensitieve kinderen. Zo keek Lionetti naar welke opvoedstijl van invloed is op gedragsproblemen bij kinderen en hun sociale competentie. Uit dat onderzoek blijkt dat hoogsensitieve kinderen meer negatieve effecten (gedragsproblemen) ondervinden als hun ouders één van de negatieve opvoedstijlen toepassen. Maar ze ervaren ook meer positieve effecten (hogere sociale competentie) als hun ouders een ondersteunende opvoeding geven. Bij niet-hoogsensitieve kinderen worden die effecten niet gezien. Hoogsensitieve kinderen zijn dus gevoelig voor de wijze van opvoeding. Het blijkt echter dat het effect kan worden omgedraaid. Slagt keek naar veranderingen in opvoedstijl bij ouders van kleuters en liet de leerkrachten het gedrag beoordelen. Als ouders negatiever zijn gaan opvoeden dan hadden de hoogsensitieve kleuters een jaar later meer gedragsproblemen.
Interventies
Dat zie je ook bij het invoeren van interventies. Een anti-pest-interventie op school pakt vooral voor hoogsensitieve kinderen (en het meest voor hoogsensitieve jongens) voordelig uit, blijkt uit onderzoek van Nocentini. Ook had een anti-depressie interventie voor hoogsensitieve tieners veel meer positief effect (Pluess & Boniwell). Verder helpen interventies als een yoga-training, meer beweging of nieuwe vaardigheden leren vooral voor hoogsensitieve studenten in het verminderen van depressieve gevoelens en het verbeteren van hun welbevinden (respectievelijk Amemiya, Yano, Kibe en Yano).
Je eigen omstandigheden creëren
Als je een weinig ondersteunende jeugd hebt gehad, zal je daar als hoogsensitief persoon veel effect van hebben ondervonden. De kans is groot dat je meer psychische klachten hebt, wellicht ook lichamelijke klachten, dat je welbevinden lager is dan van je leeftijdsgenoten en je prestaties niet optimaal zijn. Maar dat wil niet zeggen dat je voor de rest van je leven met deze negatieve effecten te makne hebt. Uit recent onderzoek blijkt dat je een steunende omgeving voor jezelf kunt creëren waardoor je welbevinden vergroot. Di Paola heeft met collega’s gekeken naar adolescenten die in hun kindertijd emotioneel verwaarloosd werden. Hoe gaat het nu met ze? Hoogsensitieve twintigers blijken een hoger welbevinden te hebben als ze op dit moment een steunende omgeving ervaren. Bij alle andere emotioneel verwaarloosden is het welbevinden niet afhankelijk van de huidige situatie. Dat is hoe dan ook laag. Hoewel je als hoogsensitief persoon sterk beïnvloed wordt door zo’n slechte jeugd, helpt het creëren van een steunende omgeving dus om beter in je vel te komen. Je omgevingsgevoeligheid kan je dus ten gunste gebruiken.
Wat heb je nodig?
Er is weinig onderzoek gedaan naar wat precies de ‘steunende’ omgeving is die hoogsensitieve mensen nodig hebben om tot bloei te komen. Uit het onderzoek naar opvoeding is wel bekend dat voor hoogsensitieve kinderen duidelijke regels vanuit begrip en verbinding (de democratische opvoedstijl) het beste werkt. Maar wat hebben hoogsensitieve volwassenen nodig om te profiteren van hun situatie?
Goede sfeer
Ik heb in mijn onderzoek naar HSP op het werk wel gevraagd naar wat optimale omstandigheden zijn om het werk uit te kunnen voeren. Op nummer één stond ‘goede sfeer’. Aangezien hoogsensitieve mensen heel gevoelig zijn voor spanningen en ruzies en graag harmonie in hun omgeving hebben, is dit een goed te begrijpen uitkomst. Dat betekent dat je – of dat nu op het werk of privé is – veel aandacht moet besteden aan de sfeer om je heen. Daar hoort ook bij dat de mensen om je heen je respecteren en het beste met je voor hebben. Kortom; dat je sociale steun ervaart. Is de sfeer niet goed en ervaar je geen steun, dan is dat een reden om veranderingen in gang te zetten of misschien wel te vertrekken.
Ten tweede werd betekenisvol werk vaak genoemd. HSP willen graag een bijdrage leveren. Als je dat gevoel niet hebt, kan je een zogenoemde kwalitatieve bore-out krijgen: er zijn dan te weinig activiteiten waar je echt blij van wordt. Zowel in je werk als in je persoonlijk leven is dit een belangrijk vraagstuk om bij stil te staan.
Tot slot was genoeg vrije tijd een noodzakelijke voorwaarde om goed te kunnen functioneren. Kunnen herstellen van alle indrukken is extra belangrijk voor HSP, omdat ze meer energie kwijt zijn met het verwerken van alle omgevingsinformatie. Te weinig hersteltijd is een belangrijke oorzaak van een burn-out. Er is dan zolang veel stress in je lichaam geweest dat je lijf tot stilstand komt. Zorg ervoor dat je je leven zo inricht dat je genoeg rust krijgt. Pas dan heb je de energie om je talenten tot bloei te brengen.
Individuele zoektocht
Wat de beste omstandigheden voor jou zijn, is een individuele zoektocht. Wat waren in je leven fijne ervaringen, waardoor je tot je recht kwam? In welke situaties kwam je in de knel? Uit die analyse kan je voor jezelf belangrijke voorwaardes halen. De drie die hierboven staan kom je daarbij wellicht tegen, maar misschien zijn voor jou ook andere aspecten belangrijk. Je andere eigenschappen zijn daarbij ook relevant. Als je bijvoorbeeld ook een sensatiezoeker bent, is het belangrijk om een afwisselende omgeving te hebben, met steeds nieuwe uitdagingen. Ben je extravert, dan heb je veel behoefte aan sociaal contact. Leer de verschillende behoeftes van je karakter kennen en zorg ervoor dat ze in je leven genoeg aandacht krijgen.
Op die manier kan je de situatie voor jezelf creëren waarin jij tot bloei kunt komen en maak je op een positieve manier gebruik van je omgevingsgevoeligheid.
Esther Bergsma, is expert Hoogsensitiviteit, initiator van Hoogsensitief.NL en auteur van een vijftal boeken over hoogsensitiviteit. Ze verzorgt presentaties en opleiding voor professionals over hoogsensitieve mensen en kinderen vanuit een wetenschappelijke invalshoek.
Bronnen:
Di Paola, L., Nocentini, A., & Lionetti, F. (2022). Environmental sensitivity increases susceptibility to resilient contexts in adults with childhood experiences of neglect. Current Psychology, 1-10.
Kibe, C., Suzuki, M., Hirano, M., & Boniwell, I. (2020). Sensory processing sensitivity and culturally modified resilience education: Differential susceptibility in Japanese adolescents. PloS one, 15(9), e0239002.
Lionetti, F., Aron, E. N., Aron, A., Klein, D. N., & Pluess, M. (2019). Observer-rated environmental sensitivity moderates children’s response to parenting quality in early childhood. Developmental psychology, 55(11), 2389.
Nocentini, A., Menesini, E., & Pluess, M. (2018). The Personality Trait of Environmental Sensitivity Predicts Children’s Positive Response to School-Based Antibullying Intervention. Clinical Psychological Science, 6(6), 848–859. https://doi.org/10.1177/2167702618782194
Pluess, M., & Boniwell, I. (2015). Sensory-Processing Sensitivity predicts treatment response to a school-based depression prevention program, Personality and Individual Differences 82 (2015) 40–45. DOI: 10.1016/j.paid.2015.03.011
Slagt, M., Dubas, J. S., van Aken, M. A., Ellis, B. J., & Deković, M. (2018). Sensory processing sensitivity as a marker of differential susceptibility to parenting. Developmental psychology, 54(3), 543.
Yano, K., & Oishi, K. (2018). The relationships among daily exercise, sensory-processing sensitivity, and depressive tendency in Japanese university students. Personality and Individual Differences, 127, 49-53.
Yano, K., Kase, T., & Oishi, K. (2021). Sensory processing sensitivity moderates the relationships between life skills and depressive tendencies in university students 1. Japanese Psychological Research, 63(3), 152-163.
Goeiemiddag Ester Bergsma,
Is eigenlijk niet altijd voor alle mensen de op voeding, omstandigheden en ervaringen van grote invloed op het welbevjnden van alle mensen, groot en klein?
Kortom het verhaal over differentiele susceptibiliteit (wie bedenkt zo’n onuitspreekbaar woord) is zo algemeen, dat het geen goed doet aan hsp’ers. Graag wat specifieker, gedetailleerder de volgende keer.