Wanneer ben je hoogsensitief en wanneer heb je autisme? Dat onderscheid is niet glashelder en leidt dan ook tot veel discussies. De klachten waar een hoogsensitief persoon en iemand met autisme mee te maken krijgen, lijken namelijk op elkaar. Beide bemerken veel stimuli – zoals geluid en licht – en raken daardoor overweldigd. Beide hebben daarnaast vaak moeite met veranderingen.
Onderliggende oorzaak
De onderliggende oorzaak van deze overeenkomsten is echter verschillend. Ik denk dat het verhelderend is om meer naar die achtergronden te kijken dan naar de symptomen. Eén recent onderzoek dat licht kan werpen op de verschillen is het onderzoek van Bianca Acevedo, Elaine Aron, Sarah Pospos en Dana Jessen (2018). Ze hebben heel veel breinonderzoeken opnieuw geanalyseerd om zicht te krijgen op de verschillen tussen het hoogsensitieve brein en het brein van mensen met autisme.
Uniek
Natuurlijk is elk mens uniek. Dé hoogsensitieve persoon bestaat niet, evenals dé mens met autisme. Maar zowel hoogsensitiviteit als autisme hebben elk een gemeenschappelijke kern. Een aantal kenmerken die ieder binnen die groep heeft. Acevedo en collega’s analyseerden in hun onderzoek of die verschillen terug te zien zijn in de hersenen.
Onderzoek
Bianca Acevedo, Elaine Aron, Sarah Pospos en Dana Jessen constateren dat de eigenschap Hoogsensitiviteit soms verward wordt met schijnbaar vergelijkbare diagnoses. De overeenkomst is de gevoeligheid voor prikkels, of algemener gezegd: de over- of onder-reactiviteit op stimuli. Daarom bekeken ze hersenonderzoeken naar Sensory Processing Sensitivity (SPS – de wetenschappelijk naam voor Hoogsensitiviteit), Autisme (ASS), Schizofrenie (Sz) en Post-Traumatische StressStoornis (PTSS). Ze hebben 27 (review-)artikelen geanalyseerd. In dit blog vat ik hun bevindingen samen ten aanzien van de verschillen tussen hoogsensitiviteit en autisme.
Overeenkomst
Voordat ik in ga op de verschillen die ze constateren, is het ook interessant of er overeenkomsten zijn. Dit geeft zicht op hoe gevoeligheid voor prikkels in de hersenen tot stand komt. De onderzoekers constateren dat bij alle vier deze hersengebieden geactiveerd werden: de caudate – betrokken bij beloningen-, de thalamus-cingulate-curcuit – betrokken bij aandacht, en het Default Mode Netwerk – betrokken bij reflectie en bewegings- en cognitieve controle.
Mogelijk hangen deze hersengebieden samen met het verwerken van prikkels.
SPS is meer dan sensorische gevoeligheid
Vaak wordt hoogsensitiviteit vooral gezien als prikkelgevoeligheid. Het opmerken van prikkels als: licht, geluid, emoties van anderen, kleine veranderingen, subtiele geuren. Hoe meer last je van die prikkels hebt, hoe hooggevoeliger je bent, denken mensen. Daar komt ook de (onjuiste) stelling uit voort dat autisme een vorm van hoogsensitiviteit zou zijn. Dat doet de aandoening ASS evenals de eigenschap SPS geen recht. Er zijn veel meer aspecten van belang.
Een korte omschrijving: Hoogsensitiviteit is eigenschap die, volgens Acevedo, gekenmerkt wordt door:
- Diepgaande verwerking
- Waarnemen van subtiele details
- Snel overprikkeld raken
- Sterkere emotionele reacties (zowel positief als negatief)
- Empathie in reactie op signalen van anderen
In het kort kun je dit samenvatten als het waarnemen van subtiele details, deze diepgaand verwerken en intens op reageren.
Hoogsensitieve brein
Uit de analyse van Acevedo en haar collega’s blijken bepaalde hersengebieden specifiek bij hoogsensitieve mensen sterker geactiveerd te worden. Het gaat om gebieden die betrokken zijn bij deze functies:
- Reguleren van beloningen (op positieve stimuli) (VTA, SN)
- Hormonale/fysiologische balans en pijncontrole (hypothalamus en periaqueductal gray (PAG))
- Zelf-ander-bewustzijn, empathie (IFG, insula en TPJ)
- Bewustzijn en zelf-reflectie (IFG en TPJ)
- Zelf-controle (PFC)
De IFG (Inferior Frontal Gyrus), Insula en TPJ (Temporoparietal Junction) zijn betrokken bij het spiegelneuronennetwerk en zijn daarmee van belang bij inlevingsvermogen. Uit het onderzoek blijken die gebieden bij hoogsensitieve mensen dus sterker geactiveerd te zijn.
De conclusie die de onderzoekers trekken is dat deze resultaten onderbouwen dat een belangrijk verschil tussen SPS en de onderzochte diagnoses is dat hoogsensitieve mensen consciëntieuzer zijn, diepgaand verwerken en meer empathisch vermogen hebben.
Het ASS brein
Uit de analyses van acht (review-)artikelen op het gebied van autisme (high-functioning autism is buiten beschouwing gelaten), waar vele breinonderzoeken in verwerkt zijn, concluderen de onderzoekers dat autisme op een aantal cruciale punten afwijkt van hoogsensitiviteit.
“Door een gedisreguleerde respons in de hippocampus, insula en DMN wordt de integratie van informatie en het geheugen verstoort. Bovendien komt er minder beloning in de hersenen vrij bij positieve stimuli, is er een gebrek aan empathie, kalmheid en zelf-controle. Bovendien worden goedaardige stimuli al snel als een dreiging geïnterpreteerd”.
Die resultaten zijn aan specifieke hersengebieden af te lezen. De beloning uit sociale stimuli lijkt verminderd te zijn in de hersenen van mensen met autisme door een verminderde activatie van de VTA, amygdala, hypocampus, hypothalamus en PAG. De verminderde zelf-ander-verwerking en afgenomen empathie is af te lezen uit de verminderde activatie van de IFG, FG, insula en AG: allen onderdeel van het spiegelneuronennetwerk.
Hierin zien de onderzoekers een onderbouwing van de kernkarakteristieken van autisme zoals die in wetenschappelijke literatuur worden beschreven: problemen in de sociale communicatie, gebrekkige empathie, beperkte interesses en repetitieve gedragingen.
Empathie
Volgens de onderzoekers is het vermogen tot empathie één van de grote verschillen tussen hoogsensitiviteit en autisme. Op Nederlandse fora wordt deze conclusie nog al eens in twijfel getrokken op basis van verschenen boeken en eigen ervaringen. Veruit de meeste wetenschappelijke literatuur, inclusief recente lesboeken, hanteren echter de visie dat problemen in de sociale communicatie en verminderde empathie één van de belangrijkste kenmerken is van autisme.
Dit onderzoek laat zien dat hersengebieden die belangrijk zijn voor het kunnen inleven in anderen, verminderd geactiveerd zijn bij mensen met ASS. Voor empathie is het belangrijk dat je gevoelens van de ander ‘voelt’; dat komt tot stand door het spiegelneuronennetwerk. Daarnaast is cruciaal dat je begrijpt wat de ander bedoelt: perspectief nemen wordt dat genoemd. Daarvoor is Theory of Mind belangrijk. Je begrijpt dan het perspectief en de intenties van de ander. Hierbij is het hersengebied TPJ cruciaal. Tot slot is ook een vorm van cognitieve controle belangrijk (in de PFC) om de juiste actie uit te voeren (zie Ward, 2017). Juist deze gebieden zijn verminderd actief of connectief bij mensen met autisme.
Reageren op sociale stimuli
Concluderend beschrijven Acevedo en haar collega’s de verschillen tussen autisme en hoogsensitiviteit als volgt: “Mensen met autisme lijken te verschillen van hoogsensitieve mensen in de mate waarin zij sociale en emotionele prikkels belonend vinden. En met name in hoeverre ze in staat zijn zich fysiologisch/hormonaal en gedragsmatig aan te passen aan positieve en negatieve stimuli.”
Zij zien hoogsensitiviteit als een responsieve strategie. Een strategie die bestaat uit het kunnen inzetten van empathie, bewustzijn, kalmheid en fysiologische en cognitieve zelf-controle. Daardoor kunnen hoogsensitieve personen sociale- en omgevingsinformatie diep integreren en opslaan in het geheugen. Die kennis heeft een groot voordeel in het overleven, het welbevinden en in samenwerking.
Uit dit artikel komt hoogsensitiviteit dus vooral naar voren als een aangeboren strategie om je aan te passen aan de omstandigheden. Sterkere antennes en lezen van de sociale context is cruciaal om adequaat te kunnen reageren op de situatie. En daar excelleren hoogsensitieve mensen dan ook in.
Voor mensen met autisme is het lezen van en aanpassen aan een sociale situatie juist lastig. De precieze oorzaak van de aandoening autisme (ASS) is overigens nog steeds onderwerp van onderzoek. Waardoor het onduidelijk blijft wat symptoom en wat oorzaak is.
Samenvattend
Veel meer dan gevoeligheid voor prikkels, is hoogsensitiviteit dus een manier om informatie te verwerken. Hoogsensitieve mensen registreren meer stimuli, zijn zich bewust van wat die informatie betekent voor de sociale context en bereiden zich (lichamelijk en mentaal) voor op de actie die ze moeten ondernemen. Die andere manier van verwerken is terug te zien in hersenscans. Het brein verschilt van mensen met autisme in het kunnen lezen van, inleven in en aanpassen aan sociale situaties. Dit onderzoek biedt hopelijk een handvat voor het onderscheiden van hoogsensitiviteit ten opzichte van autisme.
Samenvatting van:
Acevedo, Aron, Pospos, Jessen (2018), The functional highly sensitive brain: a review of the brain circuits underlying sensory processing sensitivity and seemingly related disorders, Phil. Trans. R. Soc. B 373:20170161.
Beste Esther,
Kunnen mensen die autistisch zijn ook hoogsensitief zijn?
Hartelijke groet,
Christine
Oorspronkelijk zijn het inderdaa2 2 verschillende dingen, maar het kan ook samen voor komen.
Zelf heb ik de diagnose klassiek autisme gekregen op mijn 23e.
Zelf heb ik een test voor HSP gedaan, en er kwam maar 2 vragen uit die niet op mij van toepassing waren.
Zo wordt ik altijd overspoeld door gezichtsuitdrukkingen van anderen, en signalen die anderen uitzenden, met name emotionele signalen komen heel hard binnen, meestal is dit bij autisme an sich juist dat er een onbesef is van sociale signalen. Al kan ik de signalen en uitdrukkingen in het sociale spel door mijn autisme niet achterhalen hoe het werkt met signalen uitzenden en ontvangen, snap daar niks van, en weet niet hoe dat toe te passen. Ook ben ik zeer gevoelig voor sfeer als ik ergens net kom, en merk ik gelijk de stemming in een kamer op, of die nou positief is of negatief, ik pik het op, ik hoor de sfeer ergens zelfs hangen bijna met mijn oren. Wel heb ik moeite met op te pikken wat de oorzaak is van een sfeer, ik kan het geen plaats geven of helemaal duiden (autisme), maar komt toch heel hard binnen. Er zijn inderdaad ook vele autisten die dit totaal niet hebben en die ook zeer laag op een HSP test zouden, mijn vader bijvoorbeeld, die scoort zeer laag op hsp, in zijn geval autisme.
Met niet in kunnen leven ben ik het deels wel mee eens, dus het gaat om besef, van het cognitief verplaatsen binnen sociale situaties binnen de foutlopende prikkelverwerking, snap ik het zeker, dat dit inleven dan lastig gaat, dat herken ik dan ook. Maar dit heeft dus vooral als oorzaak, blind zijn voor de sociale situaties en missen van signalen, waardoor inleven dus niet mogelijk is, dat is de kern van autisme. Bij veel autisten speelt overprikkeling ook sterk mee.
Het heeft dus niks te maken met onverschilligheid of je niet in WILLEN leven, en ook niks met egoisme, iets wat buitenstaanders van mensen met autisme vaak denken dat erachter zit, maar dat is dus niet wat er speelt. Wel zetten mensen met autisme zich vaak zonder dat ze het zelf doorhebben in het middelpunt, doordat we niet weten hoe we sociale situaties moeten aanpakken.
Maar het morele inleven, dus sympathie en aardig voor een ander WILLEN zijn, dit deel van inleven is bij autisme zeker wel aanwezig. Over het algemeen is er bij autisme juist een goed moreel besef en wil iemand met autisme het sociaal goed doen, en wil de ander juist in het contact het goede gunnen, wil dus soepel en positief contact. Alleen door overspoeling van prikkels en blindheid voor sociale situaties, weinig zelfbesef en zelfuiting, lukt het vaak niet om zo op de situatie sociaal geheel goed te kunnen reageren, terwijl de wil er van binnen er juist sterk is. Ondertussen krijgt de andere persoon onterecht de indruk dat degene met autisme niet wil en onverschillig blijft, maar ziet ondertussen niet dat degene met autisme de situaties in zijn hoofd juist aan het uitpluizen is.
Wat ook soms voorkomt, veel negatieve sociale ervaringen bij autisten en daaraan gelinkte angsten en depressies vanaf de kindertijd of adolescentie kunnen er voor zorgen dat ze er niet altijd meer voor anderen kunnen zijn, terwijl ze dat diep van binnen juist wel zouden willen. Veel autistisch gedrag is niet zozeer altijd autisme, maar ook vooral stressgedrag door omstandigheden of zelfs trauma’s.
Dus ben het er mee eens dat het zeker helemaal los van elkaar kan staan en dat het officieel inderdaad ook zo is, al zie ik dat een klein deel (15-20%) van de autisten ook HSP is, alleen het uiten ervan is neurologisch soms moeilijker, terwijl het er wel zit. Autisme is ook een manier van hersen-functioneren, en iemand met autisme kan naar mijn mening ook HSP zijn dus een gevoelig zenuwstelsel hebben, of ook allerlei andere geestelijke aandoeningen hebben, net als bij mensen die niet autistisch zijn.
Het gaat erom dat iedereen het goede met elkaar voor heeft, in voor- en tegenspoed!
Ik heb zelf ook heel de tijd het gevoel.dat ik het allebei ben namelijk het meeste heb ik last van sensorische gevoeligheid overprikkeling. Toen werd er ook nog tegen mij gezegd dat ik geen filter heb. Heeft dit zeker met mijn informatieverwerkingstijd te maken? Heeft iemand met autisme ook geen filter?
Interessant artikel dat ik elders al meen te hebben gelezen. Wel heel jammer dat men juist high-functioning autism buiten beschouwing heeft gelaten. Want dit is naar mijn idee dan niet helemaal een eerlijk analytisch onderzoek. Bovendien wil ik toch de bemerking maken dat zeker de GSp’ers lang niet allemaal rustig of kalm blijven ….. Verder goed artikel.
Dank je Marc. Ik heb dit artikel uit 2018 vorige week samengevat en geplaatst, dus is het onwaarschijnlijk dat je het eerder gelezen hebt. Maar de losse informatie is natuurlijk wel eerder verschenen.
Het klopt dat high-functioning autism misschien een ander beeld te zien zou geven, hoewel het ook aannemelijk is dat de hersenen hetzelfde werken, maar dat deze groep zichzelf meer strategieën heeft geleerd om ermee om te gaan.
Over het kalm blijven: HSP blijven zeker niet altijd kalm. Maar dat wat er in de hersenen te zien is, vertaalt zich niet één op één naar gedrag. Het mechanisme om kalm te blijven is aanwezig, maar of die persoon het ook laat zien, hangt ook van andere dingen af.
Ik heb sinds twee jaar de diagnose hoogfunctionerend ASS. Daarvoor HSP gelabeld. Ik heb een zeer sterk mechanisme om kalm te blijven. Inwendig raast mijn hoofd. Uiterlijk is niets te zien. Doe het al 50 jaar zo en dat is een van de redenen waarom het niet eerder is ontdekt. Ik twijfel sterk aan deze theorie.
@Marc
High functioning autisme werkt net zo als gewoon autisme qua hersenfunctie. In feite zijn mensen met high functioning autisme gelijk aan kernautisten, maar weten ze door hun hoge intelligentie bepaalde uitingen van autisme te camoufleren. Dat laat onverlet dat ze een gebrekkige vorm van sociale interactie en communicatie hebben ten opzichte van niet-autisten met eenzelfde intelligentieniveau. Hun aangeleerde trucs werken niet in alles situaties, er vindt geen generalisatie van het aangeleerde gedrag plaats. Bij HSP is juist sprake van natuurlijk sociaal gedrag en een groot empatisch vermogen. Dat is compleet anders dan ASS. Daarnaast houden HSP’s vaak niet van herhalende bezigheden en hebben ze brede interesses. Iets wat bij ASS ook anders is. HSP met ASS vergelijken is mijns inziens totaal irrelevant. Het gaat om totaal verschillende concepten. Het zou hetzelfde zijn als HSP met borderline vergelijken. Dat gebeurt ook niet.
Bedankt Ellen. Ik ben het met je eens: het is appels met peren vergelijken. Helaas is het echter zo dat sommige peren voor appels worden aangezien of andersom. Daarom vind ik het belangrijk deze informatie te delen. Hetzelfde geldt voor Borderline overigens. Ik hoor van sommige HSP dat ze gediagnosticeerd zijn met deze diagnose, terwijl ze daar zelf aan twijfelen. Annek Tol gaat in haar boek in op verschillende DSM-diagnoses en wat de relatie kan zijn met hoogsensitiviteit.
Dank je Esther. Ja, ik weet dat hoogsensitiviteit ook weleens met andere psychische stoornissen wordt verward, maar de verwarring met autisme spant de kroon. Ik vind dat onbegrijpelijk, gelet op de ‘appels en peren’. En prikkelgevoeligheidhoeft ook niet automatisch te betekenen dat je HSP bent. Het gaat erom op welke manier prikkels worden verwerkt en hoe zich dat uit in gedrag. Zo kunnen mensen met niet-aangeboren hersenletsel ook heel prikkelgevoelig zijn, net als mensen met autisme of andere neurologische aandoeningen. Maar dat maakt ze nog geen HSP. Daar is meer voor nodig. En als mensen met autisme hoog scoren op een HSP test zegt dat op zich niet veel. Veel testen zijn niet genormeerd en dat maakt de verwarring groter. Het gaat er mijns inziens meer om of je overeenkomsten vertoont met het concept HSP zoals beschreven in de literatuur van bijvoorbeeld Elaine Aron, Elke van Hoof en Annek Tol. Als je je daarin grotendeels herkent kun je naar mijn mening niet autistisch zijn. Als je dan toch zo’n label hebt, dan is er echt iets misgegaan bij de diagnostiek. Is mij ook ooit overkomen, maar inmiddels rechtgetrokken.
Ja mooi verwoord, Ellen.
Wat een mooi en helder artikel! Dat HSP en ASS hemelsbreed van elkaar verschillen kan niet vaak genoeg gezegd worden. Tot een groot deel van de reguliere GGZ is dat nog niet doorgedrongen. Hierdoor zijn er veel misdiagnoses met alle gevolgen van dien. Volgens de DSM 5 zijn de hoofdkenmerken van autisme aanhoudende en kwalitatieve tekortkomingen in sociale interactie en communicatie, repetitief gedrag en een patroon van beperkte interesses. Prikkelgevoeligheid is bijzaak. Het kan een rol spelen, maar vormt strict genomen niet de kern van autisme. Daarentegen is HSP een persoonlijkheidskenmerk (dus geen stoornis, maar een variant in normaliteit) waarbij diepere verwerking van informatie plaatsvindt. Dit kan leiden tot overprikkeling als er te weinig rustmomenten zijn. HSP en ASS zijn wat dat betreft dan ook totaal verschillende concepten en het is een kwalijke zaak dat dit in Nederland nog te weinig is doorgedrongen bij psychiaters en psychologen. Hopelijk gaan onderzoeken zoals deze daar verandering in brengen.
Daar zullen veel autisten het mee oneens zijn, dat prikkelgevoeligheid bijzaak is.
Volgens mij liggen HSP en ASS juist niet hemelsbreed uit elkaar, ze delen die prikkelgevoeligheid en dit zorgt voor vergelijkbare uitdaging op dat vlak.
Het grootste verschil is m.i. dat mensen met ASS ook op sociaal vlak problemen hebben in de prikkelverwerking. Dit gaat niet vanzelf. Wanneer je alles eerst moet duiden, geeft dat inderdaad moeilijkheden in het sociale verkeer. Dat vertaalt zich in afwijkend gedrag.
Er zijn veel “hoogfunctionerend” autisten die dit gedrag niet laten zien omdat zij geleerd hebben hoe ze zich “horen” te gedragen. Dit kost veel energie, maar je ziet dit niet in de sociale omgang.
Bij hen wordt dit regelmatig pas op latere leeftijd onderkent als ze met langdurige burn-out- en vermoeidheidsklachten aan de bel trekken.
@R.D. @Marit Kappe
Jullie reactie geeft aan dat de diagnose autisme aan devaluatie onderhevig is. Zoals jullie het omschrijven is hier vermoedelijk geen sprake van autisme volgens de wetenschappelijke literatuur. GGZ instellingen misbruiken autisme in de vorm van een ‘verlegenheidsdiagnose’, enkel en alleen omdat er wat bij de verzekering te declareren moet zijn. En waar grof geld aan wordt verdiend. Een treurige ontwikkeling en een belediging voor mensen die echt autistisch zijn en zich door hun beperkingen niet kunnen redden in de samenleving. Ergo: er worden veel meer autisme labels afgegeven dan dat er autisten zijn.
Ook die diepere verwerking van (sociale) informatie valt onder de diagnose ASS met de daarbij behorende overprikkeling door te weinig rust. De verwarring wordt er alleen maar groter door.