Op 13 oktober jongstleden bezocht ik het HSP-congres in Bussum. Ik vond het een inspirerende dag die vol zat met interessante lezingen en workshops. Wat me meteen opviel was dat mannen sterk ondervertegenwoordigd waren. Terwijl volgens de theorie hoogsensitiviteit net zoveel voorkomt bij beide seksen. Maar dat mocht de pret niet drukken! Vooral in de plenaire voordrachten was veel aandacht voor recent hersenonderzoek in relatie tot hoogsensitiviteit. Deze lezingen tonen eens temeer aan dat hooggevoeligheid in de hersenstructuur is terug te vinden.
Er kwamen daarin ook relatief nieuwe inzichten aan de orde. Neem bijvoorbeeld de voordracht van Michael Pluess. Hij stelt de kernvraag welke voordelen hoogsensitiviteit voor ons in haar evolutie heeft en had. Omgevingssensitiviteit is cruciaal om als (menselijke) soort te overleven. Hij legt van daaruit een verband met de biologie van de hersenen en de hsp’er. De rol van de amygdala, een gebiedje diep in het brein, blijkt daarin cruciaal. Die is bij een hsp’ers relatief sterk ontwikkeld. Het is een orgaantje dat sterk op emoties reageert en betrokken is bij (de opbouw van) stress.
Je kunt de amygdala in die zin betitelen als een waarschuwer van gevaar uit de omgeving. Hsp’ers zijn extra sensitief voor zelfs subtiele signalen uit hun omgeving. Dat kan heel nuttig zijn voor de menselijke soort om te overleven, in haar evolutie dus. Hoewel dat voor de betrokken hsp’er belastend kan zijn. Denk aan het kanariepietje dat vroeger de mijnen in werd meegenomen om als eerste gevaarlijk gas te signaleren door om te vallen. Maar goed dat wisten we al min of meer.
Pluess toont in zijn onderzoek aan dat ook precies het omgekeerde net zo sterk het geval is. En dat is toch wel nieuws! Hsp’ers zijn met andere woorden ook zeer gevoelig voor positieve signalen uit de omgeving. Ze registreren met andere woorden waar en wanneer het goed zit. Óók dat is een cruciale rol in de evolutie van de menselijke soort. Pluess heeft daarnaast aangetoond dat hoogsensitieven veel ontvankelijker zijn voor leerinterventies dan non-sensitieven. Deze bevindingen geven mijns inziens aanvullende betekenis aan de eigenschap intuïtie. Die wordt geregeld aan hsp’ers toegedicht. Als je dit vertaalt naar een rol in een organisatie dan zijn hsp’ers bijvoorbeeld gidsen, ‘wegwijzers’ en ‘leerders’.
Deze kwaliteiten, dus ontvankelijkheid voor leerprocessen en ‘gidsen’, moeten doorheen de menselijke evolutie erg belangrijk zijn geweest. Het feit dat hooggevoeligheid niet weg is geselecteerd zegt denk ik genoeg. Het was en is essentieel voor ons als menselijke soort om te overleven en te komen waar we nu zijn. Het floreert trouwens vooral in vredestijden denk ik. Want ‘when the going gets tough, the tough get going’. Oftewel in oorlogstijden, en ook in economisch slechte perioden, worden hsp’ers naar de achtergrond gedrongen. Maar daar omheen bouwen ze, gevoelig als ze zijn voor creatieve leerprocessen, aan verrijking van de leefgemeenschap en kunnen ze de weg wijzen!