Toegepast psycholoog i.o. Loes Ross deed in opdracht van Hoogsensitief.NL onderzoek naar de zelfwaardering van hoogsensitieve personen en het effect dat het maken van een online training daarop heeft.
Om de mate van zelfwaardering te meten gebruikte Ross de Rosenberg Self-Esteem Scale (RSES) en paste die aan door toevoeging van een neutrale antwoordcategorie. De resultaten geven zicht op de mate van zelfwaardering onder HSP en op de verandering die ontstaat door meer inzicht te krijgen in je hooggevoeligheid. Hier volgt een korte samenvatting van het onderzoeksverslag van Loes Ross en vervolgens een interpretatie van de resultaten van mij.
Zelfwaardering
Zelfwaardering komt tot stand in interactie met anderen. Theoretici stellen dat het zelf (self) en de betekenisgeving (esteem) ontstaat door een aanhoudend interactieproces tussen de persoon en zijn of haar eigen interpretatie van wat andere personen van het individu vinden. Daarnaast is er bij de ontwikkeling van het zelf een behoefte aan positieve waardering door anderen. Als er een discrepantie is tussen deze behoefte en de waardering door anderen, kan dat problemen opleveren. De impact van de discrepantie is mede afhankelijk van hoe dichtbij de ander psychologisch gezien tot het individu staat: ouders, vrienden, significante personen en etniciteit blijken significante factoren te zijn bij de vorming van self-esteem.
Naarmate zich een grotere afstand vormt tussen wat de persoon denkt dat de omgeving als norm ziet en wat diegene zelf vindt van zijn of haar gedrag, zal de houding ten opzichte van zichzelf alsmaar negatiever worden. Self-esteem wordt dus sterk door de omgeving beïnvloed en aangezien HSP in hoge mate omgevingssensitief zijn, lijkt de waardering van de omgeving uiterst bepalend te zijn voor self-esteem van hoogsensitieve personen.
Lage mate van zelfwaardering
Een lage mate van zelfwaardering heeft veel effect op het leven van een persoon. Uit onderzoek blijkt dat mensen met een hoge mate van zelfwaardering zich prettiger voelen en gezondere sociale relaties hebben. Mensen met een lage mate van zelfwaardering hebben daarentegen vaker intrapsychische -, sociale – en gedragsproblemen. De mate van zelfwaardering kan veranderen. Hoe ouder men wordt, hoe positiever men is. Ook blijken mannen een hogere score te hebben dan vrouwen.
Eerder onderzoek
In 2012 schreef Strader-Garcia een dissertatie over het effect van creatieve therapie op zelfwaardering onder HSP. Zij veronderstelt dat HSP vaker kampen met een lage eigenwaarde omdat hun omgeving nogal eens een verkeerd beeld van hoogsensitiviteit heeft. Zij concludeert in haar onderzoek dat er een verbetering van de zelfwaardering van 57% was onder de deelnemers en dat diegenen die meer kunstlessen volgden een hogere toename hadden.
Zelfkennis
Loes Ross schrijft op basis van haar literatuurstudie dat het belangrijk is dat een HSP weet wat zijn of haar valkuilen en kwaliteiten zijn. Die zelfkennis is een belangrijke eerste stap. Daarnaast zijn adequate zelfzorg, zelfacceptatie, zelfcompassie, zelfregulatie en proactieve coping van belang. Uit de bestaande online training van Hoogsensitief.NL heeft Loes een aantal lessen geselecteerd die bijdragen aan deze doelen.
Opzet onderzoek
128 mensen meldden zich aan voor het onderzoek. Zij vulden de aangepaste RSES en de HSP-schaal online in. Vervolgens ontvingen ze via de mail 4 lessen om thuis te maken. In de tweede meting kregen de deelnemers vragen over de training en vulden ze nogmaals de aangepaste RSES in. Daar deden 74 mensen aan mee. Het overgrote deel is vrouw (meer dan 94%) en ouder dan 47 jaar (meer dan 50%). De deelnemers varieerden in hoe lang ze weten dat ze hoogsensitief zijn.
Self-Esteem Scale
De Rosenberg Self-Esteem Scale (RSES) bestaat uit tien stellingen waarvan deelnemers kunnen aangeven of het op hen van toepassing is. Het gaat om stellingen als “over het algemeen ben ik tevreden met mezelf”, “al met al ben ik geneigd mezelf een mislukkeling te voelen” en “ik heb het gevoel dat ik niet veel heb om trots op te zijn”.
Meerderheid lage zelfwaardering
Uit de resultaten van de eerste meting (n=128) blijkt dat de deelnemers zo scoren.
Score op aangepaste RSES | Percentage van 128 deelnemers |
Gemiddeld en lager | 62% |
Bovengemiddeld | 36% |
Hoog | 2% |
Bron: Ross (2022)
Wat betekent deze score volgens mij? De scores vallen iets anders uit dan bij de originele RSES vanwege het toevoegen van een antwoordcategorie. De individuele uitslag is daardoor niet te vergelijken met een normscore. We kunnen wel kijken naar hoeveel mensen beneden- of bovengemiddeld scoren. In de toelichting op de RSES wordt gesteld dat mensen die de helft of minder van de te behalen punten halen een laag zelfbeeld hebben. De mensen die de helft tot 83% van de punten scoren een normaal zelfbeeld hebben en de mensen die meer dan 5/6 van de punten halen, een hoog zelfbeeld. Als we dit toepassen op de resultaten van Loes, dan zou je kunnen concluderen dat 62% van de HSP een lage zelfwaardering heeft. Geen onverwachte uitkomst; in een eerder onderzoek (Bergsma, 2016) gaf de helft van de HSP aan een laag zelfbeeld te ervaren. Maar dit percentage is wel zorgelijk, aangezien een lage zelfwaardering nogal wat problematiek tot gevolg kan hebben.
Zelfwaardering | Percentage van 128 deelnemers |
Laag (helft punten of minder) | 62% |
Normaal (meer dan helft) | 36% |
Hoog (meer dan 83% van de punten) | 2% |
Bron: interpretatie cijfers door Bergsma
Verbetering zelfwaardering
Om te toetsen of meer inzicht in de eigen hoogsensitiviteit, meer zelfcompassie en -acceptatie een effect hebben, heeft Loes Ross de mate van zelfwaardering nogmaals getoetst bij de mensen die de HSP-lessen hadden gevolgd. We hebben de gegevens van 74 personen.
Score op RSES | Percentage van 74 deelnemers voormeting | Percentage van 74 deelnemers nameting |
Laag (helft punten of minder) | 56% | 42% |
Normaal (meer dan helft) | 41% | 54% |
Hoog (meer dan 83% van de punten) | 3% | 4% |
Gemiddelde score | 3,29 | 3,52 |
Bron: Ross (2022)
Uit de analyses van Loes blijkt dat het verschil statistisch significant is. De mate van zelfwaardering is dus daadwerkelijk verbeterd. Overigens is er niets te zeggen over de causale relatie. Dat betekent dat de verbetering niet per se door het volgen van de training hoeft te komen. Er kunnen ook andere factoren van invloed zijn geweest. Vrijwel alle deelnemers (88%) gaven zelf aan dat de verkorte training helpend was geweest. Ze hadden vooral veel baat bij de les over zelfacceptatie.
Positiever over hoogsensitiviteit
Ook blijkt er na het maken van de training meer oog te zijn voor de voordelen van hoogsensitiviteit. In zowel de voor- als nameting werd de vraag gesteld of de deelnemer zijn hoogsensitiviteit als voordeel ziet. Hij kon daarop antwoorden op een schaal van 1 (niet) tot 5 (altijd).
Score op voordeel hoogsensitiviteit | Percentage van 74 deelnemers voormeting | Percentage van 74 deelnemers nameting |
Gemiddelde score | 2,81 | 3,05 |
Bron: Ross (2022)
Uit de analyses blijkt dat dit verschil statisch significant is. De deelnemers zien dus na de training vaker de voordelen van hun hooggevoeligheid. Maar ook hier kan geen causale relatie worden vastgesteld; wat de precieze oorzaak is van de stijging weten we dus niet zeker.
Conclusie
Dit onderzoek van Loes Ross heeft zoals elk onderzoek zijn zwakke kanten. Zo is er onder andere geen controlegroep gebruikt om te onderzoeken waar het geconstateerde effect precies vandaan komt. Toch krijgen we beter zicht op de zelfwaardering van hoogsensitieve mensen. Op basis van de resultaten kunnen we concluderen dat meer dan de helft van de HSP kampt met een lage zelfwaardering. Meer inzicht in het eigen karakter, acceptatie van de eigen valkuilen en ontwikkeling van de kwaliteiten kunnen HSP waarschijnlijk helpen om hun eigenschap meer als een voordeel te gaan zien.
Wat een interessante invalshoek. Eigenlijk bizar dat het zo’n impact heeft op eigenwaarde. Goed dat jullie hier aandacht aan geven.
Bedankt voor je reactie.