Door: Jolanda Ormel

Met regelmaat lees ik over het functioneren op de werkvloer wanneer je hoogsensitief bent. Maar wat wanneer je juist zoekt naar een (andere) baan?

Ontslag

Ten gevolge van een reorganisatie raakte ik mijn baan kwijt. De laatste maanden waren vreselijk. Zoals er altijd vanzelfsprekend was betaald voor mij en mijn diensten, leek het nu wel of er niet eens sprake kon zijn van een fatsoenlijke ontslagprocedure en dito betaling. Ik moest uit mijzelf vertrekken. Ik dacht dat ik als hoogsensitief persoon controle had op mijn functioneren op de werkvloer. Nu lag de nadruk op ‘had’. Wat er gebeurde deed mij erg twijfelen aan mijzelf. Dit in combinatie met de sfeer. Een slechte combinatie waarbij ik veel moeite had om nog te functioneren. Zorgen over of ik weer aan het werk zou komen, hoe het financieel moest. In plaats van de zorgen van mijn partner om mij, was ik meer bezig met mijn zorgen om hem: ik zou hem meesleuren in alle (financiële) ellende en de (niet positieve) gevolgen daarvan.

Rouw

Er zijn mensen die het verliezen van werk, verwerken als een rouwproces. Er zijn er ook die zich storen aan het woordje ‘rouw’. Ontkenning, boosheid, het gevecht aangaan, depressie en aanvaarding. Welke verzamelnaam je hier ook aangeeft, de meesten zullen één of mindere fases – zoals Elisabeth Kübler Ross deze heeft benoemd – wel herkennen. Wanneer je hoogsensitief bent, is de kans groot dat je al deze fases veel intenser doorleeft. Het was geen ‘ontkennen’, het was gewoon niet waar. Ik was niet boos, ik was explosief. Vechten, een terechte opoffering voor de mensheid. Depressie, ik kon geen ontspannen wandeling maken, elke boom werd beschouwd als galg. Met hulp, kan ik nu zeggen dat ik het heb aanvaard.

Afwijzing

Maar het blijft lastig, hoogsensitief en baanloos zijn. Mijn eigen stok achter de deur zijn. Structuur aanbrengen in de dag, op een ‘normale’ manier piekeren over de toekomst en vooral… het omgaan met afwijzingen. Elke afwijzing voelt als kritiek. Ik wil ‘goed’ zijn, of goed genoeg in elk geval. Wanneer er op feestjes wordt gevraagd: “Wie ben jij?”, wordt er niet bedoeld: noem je naam en je mag er hoogsensitief aan toe voegen. Men bedoelt meestal je functie, tsja en wat zeg ik dan?

En wat te denken van de goede raad die iedereen je geeft. Wat zitten er een leugens bij! Of ben ik door mijn gevoeligheid degene die het als zodanig ervaart? ‘Worden wie je bent’, ‘Ik heb het nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’ Ik moet de werkgever nog vinden die mij die ruimte geeft.

Bloggen

Wat mij helpt is bloggen. Niet eens zozeer voor een ander als wel voor mezelf. Dat het me lukte om er één te maken, het van me af schrijven. Hoe ik vindbaar word, daar ben ik nog steeds niet achter, maar ach dat maakt me ook niet zoveel uit. Ik heb nu ontdekt dat ik ook via een andermans blog te lezen ben. Raak ik mensen? Geven ze reacties? En hoe raken die mij dan?

Hoogsensitief zijn is weleens een last, maar ook steeds meer een lust. En zo is het ook met baanloos zijn. Ik hoef niet te worden wie ik ben. Ik ben wie ben. Vervangbaar in een functie, maar onvervangbaar als mens.

Dat ik deze blog openbaar durf te maken komt door Nelson Mandela: “Moed is niet de afwezigheid van angst, maar de overwinning er op.” Als hoogsensitief persoon moet ik soms meer moed verzamelen, maar ervaar ik ook de overwinning intenser.

Jolanda Ormel (1965): “Schrijven is een heerlijke uitlaatklep. Eerst schreef ik alleen voor mezelf en na een creatieve schrijfcursus van Marion van PuurTaal ook voor en aan anderen. Die anderen zijn meestal de onmondigen, de naamlozen (in mijn geval zijn dat het vaakst dieren). Wanneer ik luister, hoor ik ook de woorden tussen de regels door. Tegelijkertijd signaleer ik de lichaamstaal en ervaar ik de sfeer, klanken en geuren. Papier geeft mij tijd en ruimte om alles te verwerken.”

Please follow and like us:

Pin It on Pinterest